Frederikkazerne Den Haag 2.
(12-08-1985 tot 28-04-1987)
In augustus 1985 vroeg C-CVKL mij of ik commandant van de A-Verbindingsbedieningscompagnie van 543 Verbindingbataljon
wilde worden. Standplaats Alexanderkazerne Den Haag, dus zei ik ja. Het was een uit de kluiten gewassen
compagnie met onder meer het KL Verbindingscentrum op de Frederikkazerne, een uitloper daarvan op de
Julianakazerne, de grote telefooncentrale op de Frederikkazerne en op het Plein de centrale voor de defensieorganisatie.
Deze vier locaties draaiden op 24-uurs basis. Daarnaast was ik administratief commandant (verzorgingsverplichting)
van de staf CVKL.
2003, vandaag ziet het er allemaal anders uit.
In oorlogstijd kwamen daar de verbindingscentrums Katwijk en Rotterdam bij. Het radiopark in Katwijk
werd in vredestijd gebruikt voor de verbindingen met de uitgezonden eenheden.
Een voormalige Duitse personeelsbunker diende als onderkomen voor de zenders van het radiopark Katwijk.
Het Nationaal Telecommunicatie Bureau verzorgde de communicatie tussen de
krijgsmacht en de PTT. In oorlogstijd zat die eenheid in Oegstgeest en werd dan verzorgd door de A-Vbdbedcie.
In februari 1987 draaide de Navo oefening Winter Excersize (WINTEX). De Nationale Sector nam zeer uitgebreid
deel en alle oorlogscommandoposten werden op 24-uur basis bemand. Extra ordonnansroutes vereisten chauffeurs op
herhaling. Net als destijds bij Saxon Drive werden daarvoor burgervoertuigen ingehuurd.
De totale
verzorgingssterkte van de compagnie bedroeg tijdens WINTEX-1987 370 man/vrouw.
De ramp met de Harald of Free Enterprise (8 maart) zorgde voor een intensieve berichtgeving tussen
de Ministeries van Defensie van België en Nederland met de vraag of onze marine hulp kon bieden. Maar we waren op oorlogssterkte.
Ik had overste Ben als bataljoncommandant die ik kende vanuit de periode in Garderen. Hij heeft me
veel geleerd over hoe het met burgerpersoneel werkt. Die ervaring had ik in latere functies hard nodig.
Hij had ook andere zaken voor me in petto. Bij een beëdiging van tweede luitenants van het CVKL moest ik
in De Lier als paradecommandant optreden. "Open de ban".
Ook prees ik mij gelukkig met een uitstekend kader. Als plaatsvervanger had ik een vrouwelijke
kapitein. Die was tevens commandant van het verbindingscentrum Gv en had daar haar werkruimte. Ik kreeg een
adjudant die de leiding over de telefooncentrales en dus het burgerpersoneel overnam.
Een KVV eerste luitenant was de officier toegevoegd. Hij verzorgde alle papieren bevelen en de oorlogsvoorbereiding.
In het materieelbeheer zaten een sergeant-majoor en een sergeant 1e klasse. Wat zij onder andere voor
WINTEX 87 aan werk hebben verzet is prijzenswaardig. De compagnies sergeant-majoor en de sergeant-majoor
administratie verrichten hun taak prima. Kortom, het was een eer om deze compagnie te leiden.
Op het tegeltje van de compagnie stond de Haagse ooievaar met een telexbandje in zijn bek. Wie ?