Garderen, legerplaats Wittenberg.
(01-08-1979 tot 01-05-1981)
Toen ik in Garderen aankwam waren net de nieuwe legeringsgebouwen opgeleverd. Ruime kamers met
veel daglicht. Onder het schuine dak was de compagniesbar. In de eerst maanden woonde ik in het
officiershotel. Voor de geboorte van dochter Eva zijn we eind 1980 naar Barneveld verhuisd.
De legerplaats werd onder andere bemand door 108 Verbindingsbataljon. Dit is een eenheid
in het Legerkorps dus werd ik "paraat". 117 en 118 Legerkorpsverbindingsbedieningcompagnie
verzorgden de verbindingen voor de commandopost van het 1e Nederlandse Legerkorps. Tijdens oefeningen bediende
de ene compagnie de actieve staf. De 2e was aan het verplaatsen of bouwde het verbindingscentrum op de
volgende locatie van de Legerkorps staf op. Het was de bedoeling dat de commandopost 1 x per 24-uur verplaatste
maar dat werd zelden gehaald. Op bevel van de chef staf werd het commando van de ene staf overgedragen
naar de tweede. De roepnaam voor de staf was Apollo. Apollo was actief, Apollo-nieuw was in opbouw en
Apollo-oud was de staf die aan het afbreken was. De commandooverdracht werd door de stafofficieren soms wat
verwarrend uitgevoerd, maar de verbindingsdienst loste het altijd op.
"Nuntius Transmitendus, het bericht moet door"
119 Legerkorpsverbindingsbedienigscompagnie zorgde voor de verbindingen van de staven van het
Legerkorps Logistiek Commando (LLC) en de Legerkorps Artillerie (1 LKA).
Het bataljon was recent voorzien van de TDM/LE apparatuur, waarbij mijn ervaring uit Eibergen nuttig
bleek.
Ik begon als commandant van het installatiepeloton van 117 Lkvbdbedcie. Op 01-04-1980 werd ik
commandant van het 1 LKA peloton van 119. Hieraan was de rang van kapitein verbonden dus werd
ik op 01-05-1980 bevorderd. Door tekorten aan compagniescommandanten bij de infanterie
werden veel eerste luitenants in 1980 een half jaar eerder bevorderd. Dat was mooi meegenomen.
De oefeningen werden uiteindelijk gewoontehandelingen en er waren weinig technische uitdagingen.
Door interne verschuivingen binnen het bataljon werd ik van 01-12-1980 tot 01-05-1981 plaatsvervangend
compagniescommandant van 117. Bij Navo oefeningen werden vaak alle verbindingen uitgebracht.
Northern Army Group (Northag), de baas van 1-LK, kwam met een Duitse eenheid om de straalzenderverbinding met
ons Legerkorps te maken. Links van het Legerkorpsvak lag een Duits Legerkorps, die brachten een
radiostation voor die verbinding. Een Amerikaanse eenheid bouwde een radiostation op dat als back-up naar
Northag diende. Mijn "oude" D-cie uit Eibergen leverde een EZB radio voor de verkeersleiding. Kortom,
het was druk rond de cp en steeds moest er ruimte voor al die voertuigen gevonden worden.
De Amerikanen hebben nooit verbinding gemaakt. De sergeant had geen orders en zonder orders doet een GI niets.
De drie mannen kwamen hun GMC truck niet uit, aten twee weken US noodrantsoenen terwijl wij een prima keuken hadden.
De Duitse luitenant van de Northag straalzender was constant dronken, maar zijn Feldwebel zorgde voor prima
verbindingen. Via die verbinding hadden we contact met de Navo telexcentrale (TARE) in Maastricht. De Belgische luitenant
weigerde Nederlands of Engels te praten, terwijl Belgische officieren toch tweetalig moeten zijn.
De koppeling met de hogere telefooncentrales was in handen van de Engelsen. Die "femal captain" verstond haar vak.
Tot 01-09-1981 was ik plaatsvervanger bij 119. Ik ben toen met het 1-LKA peloton meegeweest op schietserie
op het grote oefenterrein in Bergen Hohne.
Ik kende de verbindingsofficier van staf 1-LKA en hij leidde mij rond langs de batterijen. Hoogtepunt
was een rit achterin een M 109.
Over nul komma nul comfort gesproken.
's Avonds in het bivak kreeg ik een extra show. We lagen in het midden van de batterijen en hun doelen.
Omhoog kijkend zag je eerst de granaten overkomen, daarna hoorde je het gefluit.
Een bijzonder moment voor een verbindelaar.
Santa Barbara
Dit is de beschermheilige van de artillerie. Daar wordt op 4 december een feest aan gewijd. Het samenzijn
tijdens deze schietserie was ingetogen en ging gepaard met een bescheiden drankje.
Dit in tegenstelling tot mijn 1e Santa Barbara die tijdens de opleiding in de Harskamp werd gevierd. De
toekomstige artillerie officieren uit mijn klas moesten plat op de buik liggend een meter bier wegwerken.
In augustus 1981 moest ik bij Commandant 101 Verbindingsgroep verschijnen. Hij wees me op het feit dat
officieren van speciale diensten met HTS op kosten van Defensie de Technische Hogeschool konden volgen.
De kolonel was van mening dat dit voor mij een grote kans zou zijn. De kandidaten kregen in Den Haag
voorlichting. Een collega uit de opleiding in Breda wilde Electrotechniek gaan studeren en ik wilde
Bedrijfskunde gaan doen. Maar die ruil werd niet toegestaan. Ik ging naar de Th Delft. Daartoe verhuisden we
naar een nieuwbouwwijk in Hellevoetsluis. Binnendoor via het pontje van Maassluis was dat op de racefiets
prima te doen. Wat absoluut niet te doen was, was de wiskunde. Tijdens het 1e college zat de zaal vol met
net afgestudeerde HTS-ers en gymnasten. Bij het 2e college zat ik alleen in de zaal. De prof ging geen college geven voor 1 man en verwees me door naar een amanuensus voor bijlessen. Ik heb het geprobeerd
maar het ging echt niet. Er was in die 7 jaar teveel veranderd. Na wat aandringen mocht ik stoppen met
die opleiding.