Lenco van der Weel mail

Eibergen.
(28-06-1976 tot 01-08-1979)


De officiersmess en legering van het Kamp Holterhoek in Eibergen.

Op dit kamp waren twee eenheden gelegerd. 898 Verbindingsbataljon hield zich bezig met de interceptie van Warchaupact radiouitzendingen. Dat was allemaal supergeheim in die tijd.
Het Nederlands grondgebied kende veel kazernes en die moesten worden voorzien van verbindingen. Het betrof telefooncentrales en verbindingscentra. Het westen werd bediend door 543 verbindingsbataljon met de staf in Kamp de Lier. Voor het oosten was 541 Verbindingsbataljon verantwoordelijk.
Dit bataljon met de staf in Deventer had een compagnie met diverse andere taken. Deze D-Verbindingsbedieningscompagnie was op Kamp Holterhoek gelegerd.
Bij de Navo loopt de verantwoordelijkheid voor de onderlinge verbindingen van hoog naar laag. Een legerkorps levert de verbindingen naar de brigades en die verzorgen op hun beurt de koppeling met de bataljons.
Het operationele deel van de landmacht bestond uit het 1e Legerkorps. Het had in oorlogstijd zijn operatiegebied op de Noord-Duitse laagvlakte. Het operationele bevel van 1 LK lag bij de Navo organisatie, maar voor de logistiek was Nederland zelf verantwoordelijk.
Er was behoefte aan honderden verbindingen, waarvan het meerendeel werd ingehuurd bij PTT en DBP. Maar de echt belangrijke verbindingen werden met militaire middelen verzorgd.
Die behoefte werd ingevuld door de genoemde D-cie. Daartoe had het een breed scala aan apparatuur, van EZB radio, een mobiel verbindingscentrum, aangepaste telex tot aan straalzenders.


Siemens FM 200 straalzender.

De straalzenders hadden een maximum bereik van 40 kilometer dus was een lange keten noodzakelijk.
In 1975 besloot de landmacht over te gaan tot de aanschaf van troposcatterinstallaties. Hiermee kon een afstand van 160 kilometer worden overbrugd.


Hypermoderne apparatuur op een antieke 3-tonner. De luchtmacht heeft een platenatlas van ons eigen materieel.
De tropoinstallaties waren nieuw dus werd er een opstelling op de vliegbasis Volkel opgebouwd en met een laagvliegende Starfighter gefotografeerd.
De foto straalt rust uit, maar het overvliegen was oorverdovend.


Ze werden ingedeeld bij het troposcatterpeloton waarvan ik de 1e commandant werd. Er was op hoger nivaeau een operationele inzet uitgedacht, maar die werkte niet naar behoren. Een tropo-opstelling is sterk afhankelijk van de vrije ruimte voor de antennes.

Tropotorens
Het artillerie schietkamp 't Harde was een vanuit Den Haag voorgestelde locatie. In vredestijd zou een verbinding gemaakt worden met de Nederlandse troepen die in de legerplaats Seedorf ver in Duitsland waren gelegerd. Vanaf het maaiveld lukte de verbinding niet. De genie schoot te hulp en bouwde met Bailey-brugdelen op beide locaties torens van 20 meter hoog. Uiteindelijk hadden we wel verbinding maar de afstand van 250 km was te groot en de verbinding instabiel. Het experiment werd gestaakt. De soldaten konden in de mess maar 1 week luisteren naar het door ons doorgeschakelde Hilversum 3.


De shelter met de apparatuur wordt op de toren geplaatst.


De antennes waren op de grond in elkaar gezet en volgden.

Na veel verkenningen met mijn compagniescommandant majoor Ger en meerdere proefopstellingen, werd er besloten tot een reorganisatie van de compagnie. Kamp Holterhoek kreeg een tropotoren zoals eerder beproefd.
Op gebouw 32 van de Frederikkazerne in Den Haag kwam ook een tropostation. De originele antennes waren op die hoogte niet bestand tegen een zware noordwester storm. Tijdens een vergadering van de Legerraad zagen de generaals vliegende schotels. Grijze commerciële antennes (type Ascon) vervingen de groene exemplaren.

Er moesten extra straalzenderverbindingen van de tropolocatie naar de niet passende locatie van de "klant" worden gemaakt. In oorlogstijd waren mobiele straalzenders nodig voor de nationale infanteriebrigades. De totale behoefte werd in Den Haag voorgelegd en daar ging men over tot aanschaf van shelters met daarin straalzenders en stapelapparatuur. Het eerder genoemde Hatz aggregaat stond op een aanhangwagen. En zowaar, de shelter stond op een nieuwe DAF 4-tonner.
We hadden in de troposhelters als eerste eenheid de nieuwe digitale stapelapparatuur bekend als Time Division Multiplex met Link Encryptie (TDM/LE).


De Philips TDM/LE opstelling. Boven de aanpassing voor straalzender of veldkabel.
Dan het vercijfergedeelte, ook wel mucolex genoemd. Onderop de multiplexer voor maximaal 32 kanalen.
De vier kabels brengen de vierdraads verbindingen desgewenst naar een vork-wek kast die 4-draads
omzet naar 2-draads met wisselstroomsignalering voor gewone veldtelefoontoestellen. Tring tring ..


Tijdens de ontwikkeling van deze straalzender-multiplex installatie, de KL\TRC-5021, was ik regelmatig in Den Haag voor het geven van advies.
In die tijd sliep ik vaak bij mijn aanstaande zwager Willem. Mijn uniform werd in de Schilderswijk van Den Haag volledig geaccepteerd.

Saxon Drive
De nieuwe organisatie werd in september 1978 tijdens de grote oefening Saxon Drive op de proef gesteld.
- het operationele deel van de oefening met de tankbrigades liep niet volgens plan. Plots doken "groene" troepen
-- op bij mijn locatie in "blauw" Nordwohlde. Daar waren kleine straatjes met leuke voortuintjes.
-- de Amerikaanse M60 tanks waren iets te breed hetgeen ten koste ging van stoepen en de tuintjes.
-- een Nederlandse schadecommisaris reed achter de tanks aan en trok Deutsche Marken uit zijn dikke geldbuidel.
-- ik kon de volgende dag wel bij de plaatselijke middenstand gewoon weer boodschappen doen.
- onze hoogste baas was Commandant Commando Verbindingen Koninklijke Landmacht (C-CVKL). De kolonel kwam
-- op bezoek maar raakte verdwaald in de "groen-blauwe" chaos ergens op een brug.

Wintex/Cimex '79
De gehele compagnie ging voor het eerst (en het laatst) naar Duitsland. De onderhoudswerkplaats had een extra zware 3-tonner, de zogenoemde toolset. De adjudant werkplaatschef vertrouwde zijn "kind" niet aan een ander toe en ik moest dat bakbeest rijden. Er waren veel herhalers opgeroepen waaronder ordonnansen. Die hadden Nekaf-jeeps in het mobilisatiecomplex staan, maar de bataljonsstaf was zo wijs om daar burger personenauto's voor in te huren. De postroute Deventer - Cloppenburg werd 2 keer per dag gereden.
Het was even schuiven met chauffeurs maar uiteindelijk gingen we vanaf Oldenzaal in colonne over de grens. De staf, het verbindingscentrum Otter en een tropoinstallatie moesten in Cloppenburg zijn. Een 2e tropo en 2 straalzendervoertuigen gingen dieper Duitsland in, naar de omgeving Nordwohlde.
De EZB radio's van het radiopeloton en de speciale telexvoertuigen voor de voorraadadministratie (MRS) zwermden uit over staven en magazijncomplexen in Duitsland, Nederland en België.
Kortom, een druk scenario, maar door de prima onderofficieren, beroeps, kvv en dienstplichtig, verliep de oefening uitstekend. Ook de dienstplichtig soldaten en de herhalers verdienen een groot compliment.

Hier wat indrukken:
- de compagnies sergeant majoor (CSM) scoorde een half varken voor een beste bak snert en speklappen,
- een EZB radio kwam vast te zitten, de chef werkplaats regelde een tractor met 200 pk,
- ik had een gammele tropo 3-tonner, de motor voldeed volgens de vredesnormen, maar ik was die slak
-- danig beu. Op oefeningen gelden andere normen. De sergeant majoor materieel beheerder Ton regelde een afspraak
-- bij een herstelwerkplaats van het Legerkorps en er werd een "nieuwe" motor geplaatst.
- de luitenant logistiek, een herhaler, reed naar een Cadi verdeelpunt en kwam terug met een aanhangwagen
-- belastingvrije drank en sigaretten. Ik denk dat een liter Bols jenever Fl 3,15 kostte.


Op de tropolocatie Nordwolde (boerderij) staan sergeant-majoor Rob en ik achter de Nekaf 541 D 45. Dit was tijdens Saxon Drive.
De witte vlag geeft we aan dat we neutraal waren.