Een brommer was volgens de wet een fiets met een hulpmotor. Hij mocht niet harder dan 40 km/u en
hoorde op het fietspad met het blauwe ronde bord. De brommer moest in die tijd de mogelijkheid
hebben om er op te kunnen fietsen. Batavus had dat opgelost door een trapper verstelbaar te maken.
Normaal stonden de twee trappers omlaag, maar na een klik kon je fietsen.
Een scooter in die tijd kwam uit Italië en had geen trappers, een lage instap en een windscherm.
Het was vervoer voor de dames. Tegenwoordig noemen ze al deze tweewielers anders.
Mijn moeder had een Solex. Het patent was Frans maar hij werd en wordt over de hele wereld
gebouwd. Het motortje van 45 cc dreef met een rol het voorwiel aan. Je maakte
gang door te fietsen en je liet dan de motor op het wiel zakken. Het gewicht op het voorwiel
maakte de brommer gevaarlijk op een glad wegdek.
De aandrijfrol had een ruwe laag, misschien wel het best te omschrijven als grof schuurpapier.
Bij sneeuwval verstopte de aandrijving en kon je gaan fietsen of lopen. Hetzelfde gold bij een lekke
voorband.
Exploded view van de motor. Tweetaktmotoren hebben last van koolafzetting, vooral in de
uitlaatpoort in de cylinder. Dit "ontkolen" van de Solex was mijn eerste sleutelwerk aan een voertuig.
Een bekend stripfiguur op de Solex. De helmplicht stamt uit 1975.
Motorenfabriek Pluvier NV, Rotterdam maakte Bernini bromfietsen. Bekend van het "eitje" dat net als bij de Solex
het voorwiel aandreef.
Mijn vader had dit "normale" model Bernini. Zitten, hard fietsen en dan in de hendel knijpen.
Het was een automaat, afgesteld op 38 km/u. Maar met twee personen en windje tegen haalde hij
ook die 38 km/u.
Later kocht hij onderstaande Batavus Batavette, ook een automaatje.