Website Lc trains
mail

Techniek analoog.

In dit gedeelte wordt uitleg gegeven over de componenten die alleen in het wisselstroombedrijf werden gebruikt.
De motoren hebben een eigen hoofdstuk aangezien zij allemaal analoog en digitaal kunnen worden gebruikt.


Voor de treinen levert de transformator een regelbare spanning van 0 tot 16 Volt wisselspanning. De lampjes in de trein worden ook hiermee gevoed. Als de trein stil staat is er dus geen licht. Een extra aansluiting op de trafo levert de algemene spanning voor de baan, zoals voor verlichting, wissels en ontkoppelrails.


In de trein zit een overspanningrelais dat wordt geactiveerd door het drukken op de rode knop van de trafo. De trein krijgt dan 24 Volt waardoor het relais de rijrichting omschakelt. Voor een juiste werking moet het veertje bovenop goed afgesteld worden. De eventuele telexkoppelingen in de trein worden geactiveerd door 2 keer te drukken.


In latere modellen is het rijrichtingsrelais vervangen door electronica.
Märklin noemt dit Elektr. U.