Techniek motoren.
Er is een aantal verschillende motoren in de treinen gebruikt. De oudere types met veldspoelen
kunnen met de moderne decoders met wisselspanning worden aangestuurd. Echter er wordt vaak
gekozen voor motoren met een vaste magneet en rotoren met 5 ankers. Deze zg Hochleistungmotoren
leveren sublieme prestaties, zowel in kracht als in souplesse.
De Large Flat Collector Motor (LFCM) wordt gebruikt in de grotere lokomotieven. Als vervanging
kan worden gekozen voor een nieuwe permanente magneet of een kompleet andere HL motor.
Bij sommige modellen, zoals de BR 14.3 (3083) is alleen de eerste optie mogelijk omdat de
ankerplaat van de totale ombouwset niet in de kast past.
De Small Flat Collector Motor zit in de kleinere modellen en laten zich prima in z'n geheel
vervangen. Net als bij de LFCM is de ene koolborstel (rechts) gemaakt van koolstof en de andere van kopergaas.
De rotor heeft drie ankers. Beide motoren vragen veel onderhoud.
De motorserie wordt vervolgd met de Drum Collector Motor. Hier zitten de "kool"borstels haaks op de rotor.
Zij zijn gemaakt van brons. Ook deze rotor heeft drie ankers. Ombouwsets zijn relatief goedkoop en leveren
prima prestaties.
De rotor draait normaal in kunststof glijlagers. Mini kogellagers zijn onderhoudsvrij en verhogen
de souplesse van de motor. Het glijlager in het metalen motorhuis is eenvoudig te verwijderen.
Voor plaatsing in de kunststof ankerplaat moet een gaatje van 4 mm worden geboord.
Ik heb momenteel drie locs rijden met kogellagers en dat bevalt prima.
Een beperkt aantal treinen is uitgerust met de klokankermotor. Deze is onderhoudsvrij, sterk en mooi
geruisloos. Mijn BR 81 (29852) heeft zo'n motor.
Een ander niet vaak toegepast type is de Sinusmotor.
M'n BR 01 (39015) heeft een SD-sinus motor en die loopt
zeer stil en ongekend soepel.